Mount Rin-fucking-jani

23 mei 2016 - Mount Rinjani, Indonesië

Eens, maar nooit meer! Sean en ik houden ervan actief bezig te zijn en een uitdaging is nooit verkeerd. Met die insteek hadden we besloten Mount Rinjani te beklimmen. Hoe moeilijk kan het zijn als zoveel mensen die uitdaging aangaan? Dachten we dat het makkelijk zou worden na alle horror verhalen? Nee, maar tussen niet makkelijk en heel zwaar zit een heel groot grijs gebied. 

Na een nacht in heerlijk resort aan de voet van de berg (als je weet dat je morgen gaat huilen op de berg, kan je nog maar beter even genieten) werden we om 6:30 uur opgehaald en naar het start punt gebracht met de rest van onze groep. De eerste 3 uur gaan ons heel goed af, niet te stijl en goed te belopen. We komen ontzettend snel aan bij de lunch plek en hebben daar een lange rustpauze. Tijdens de lunch begrijp ik de gidsen verkeerd en dacht ik dat wij nog maar een uurtje zouden moeten lopen naar het kamp, ik klaag tegen Sean dat ik zeker nog wel een paar uur extra had willen lopen. Dit was dus een ‘be careful what you wish for’ momentje. Dat uurtje was naar het volgende check punt, na dat heerlijke uurtje hebben we ons nog een paar uur een weg omhoog moeten beulen. Onze backpacks leken bij iedere stap meer te gaan wegen. Ik vraag me steeds af of ik toch niet minder spullen had kunnen meenemen, maar ik had ook niets warms achter durven te laten. Om de 15 stappen moeten we weer op adem komen om verder te gaan. Samen met 2 Duitse jongens motiveren we onszelf om het tempo er nog enigszins in te houden. Van het uitzicht is vandaag niet heel veel te zien, we klimmen door de bewolking heen omhoog. Voordeel is wel dat de zon niet volop ons schijnt en het qua temperatuur nog enigszins uit te houden is. Nicholas, een van de Duitsers, is een meter op 20 voor ons uit geklommen en roept ontzettend enthousiast dat we er bijna zijn, hij ziet het kamp al. Dit geeft ons dat laatste stukje kracht om in een keer door te klimmen. Helaas voor ons vergiste Nicholas zich en was dit het kamp nog niet, we hadden nog een klim van ongeveer 20 minuten voor de boeg. Met een korte rust pauze, waarbij de wolken net weg trokken en we een prachtig uitzicht hadden, konden we met hernieuwde energie aan het laatste stukje beginnen. Super blij dat we uiteindelijk ons kamp hadden bereikt om 16:30 uur. Na een korte zoektocht hadden we ook ons tenten kamp gevonden en doken we allemaal direct onze tent in. Onze lichamen verdiende wel wat rust. Hoog op de berg, verdween met de zon ook direct de warmte. De wind kwam opzetten en het was koud. Alle warme kleding die we hadden meegezeuld de berg op kwamen nu al goed van pas. De zonsondergang op die hoogte boven de wolken was echt prachtig, zo bijzonder om daar te kamperen. Na ons geniet momentje moesten we wel nog even aan het werk. De tenten waren niet goed opgezet en met die hevige wind kwam de kou er direct onder door. We zagen al snel dat de haringen (die ze waren vergeten) waren vervangen door stokjes en konden niets anders doen dan zelf ook stokken zoeken om de tenten beter vast te zetten.Nu kunnen we uit ervaring vertellen dat stokjes NIET werken bij hele sterke windstoten bovenop een vulkaan. Na het avondeten (tentje op een kiertje open, bordje naar binnen, bordje leeg, bordje door kiertje naar buiten) zijn we om 19:30 uur gaan proberen te slapen. Hoe lekker het ook was om te liggen, slapen was onmogelijk. De houten ‘haring’ stokjes begaven het na een half uur. Na een tweede en derde poging hebben we de situatie geaccepteerd en probeerde we weer te slapen. Het leek echter alsof de tent ieder moment kon gaan opstijgen en de wind beukte de tent iedere keer met een enorm geluid tegen onze hoofden aan, de hele nacht lang! 

Na 0 seconden slaap!! ging om 2 uur onze wekker en was het tijd om aan de aller zwaarste klim naar de top te beginnen. De wind was vanaf 1:35 uur gelukkig iets meer gaan liggen, maar het niet slapen had er echt ingehakt. Welke idioot staat er ook om 2 uur op om een onmenselijk hoge berg te gaan beklimmen en dat voor de lol? Met een paar koekjes en een kop thee als ontbijt, gingen we als groep van start. Al snel werd het duidelijk dat het ieder voor zich was. Sociaal doen was het laatste waar we ons mee wilden bezig houden. Mijn ochtend humeur heb ik hier tot een hoger niveau kunnen brengen. Wat een ellende was dit. Nog nooit heb ik iets meer gehaat dan de top van Mount Rinjani. De tocht ernaartoe was onmenselijk. 3 uur lang klimmen op los grind. 2 stappen omhoog, 1 naar beneden. Fysieke pijn. Zware adem door de hoogte. Mentaal niet sterk door slaap gebrek. Iedere 5 meter moeten we stoppen om op adem te komen en ik was zo moe. Voor mezelf had ik 3 opties: terug gaan, op de berg in de kou een tukkie doen, of door klimmen. Nummer 2 klonk bij iedere stap het beste, maar het was zo koud. Met Sean naast me heb ik kunnen doorzetten, maar ik heb echt wel even gedacht dat ik het misschien niet zou halen. Tijdens de klim kon ik me ook niet voorstellen dat iemand dit ooit kon aanraden. Net voor zonsopkomst om 5:30 uur bereiken we gelukkig de top. Ik laat mezelf op de grond vallen en kijk af en toe met 1 oog open naar de zonsopkomst. We proberen ons met alle macht warm te houden, maar de kou trekt door ons hele lichaam heen. Ik probeer te genieten (want het is echt mooi!), maar na 30 minuten kan ik aan niets anders meer denken dan de kou. Mijn lichaam is raar aan het schokken en ik kan bewegingen niet goed meer controleren. Ik zeg tegen Sean dat ik naar beneden moet, iedere minuut is teveel. Hij maakt nog snel een paar foto’s en komt dan achter me aan. Een paar meter later begin door de kou te hyperventileren, wat een k** berg, met veel moeite krijgen we mijn ademhaling weer onder controle en kunnen we aan de tocht naar beneden beginnen. Naar beneden klikt super fijn, maar is ook heel erg zwaar. Op je laatste kracht ga je naar de top en dan moet je daarna weer 2 uur naar beneden. Het grootste gedeelte van de mensen heeft het niet eens gered om voor de zonsopkomst de top te bereiken en een groot deel daar weer van heeft het onderweg moeten opgeven. De weg terug duurt super lang, onderweg zien we bij andere de nodige traantjes. Toch moet iedereen door. Terug bij het tentenkamp ben ik zelfs te moe om nog te ontbijten. Ik kruip direct mijn tent in en eet liggend wat. We kunnen nog net een uurtje slapen voor we aan de rest van de tocht gaan beginnen. Ik zeur, ik steun, kreun en vloek heel veel en kom dan toch mijn tent uit (op bevel van Sean). Tijd om weer de hele dag te gaan hiken. Mijn hoofd knalt zowat uit elkaar van de hoofdpijn, maar zodra de paracetamol en ibuprofen beginnen te werken lukt het me om de spirit te hervinden. Na het ontbijt kan iedereen weer wat socialer zijn en klimmen we gezellig met z’n allen weer naar beneden toe richting het meer. Na 2,5 uur komen we aan bij onze eerste stop met als grote bonus: een warm water bron. Onze spieren kunnen even heerlijk ontspannen en de viezigheid van het grind spoelen we af, we lunchen, relaxen even en gaan dan weer op pad. De omgeving is hier prachtig en we kunnen er ook weer van genieten (ook al zijn we nog steeds gesloopt). Na de lunch klauteren we nog 3 uur omhoog, de krater weer uit. Dit gedeelte van de tocht gaat mij een stuk beter af en het pad bestaat voornamelijk uit rotsen waar we op klimmen (natuurlijke trappen). Het is mijn beurt om Sean erdoor heen te slepen die er nu behoorlijk doorheen zit (al blijft hij een stuk positiever dan ik die ochtend naar de top en scheld hij een stuk minder). We weten gezamenlijk het volgende kamp ter bereiken om 17:00 uur en kruipen dan allemaal weer direct de tenten in. We kunnen er nog net uit komen voor de zonsondergang, snel wat eten en gaan dan direct slapen. Het is koud, maar er staat gelukkig geen wind. We pakken een goed aantal uren slaap en voelen ons de volgende dag stijf, maar herboren. Om 7 uur beginnen we aan de laatste afdaling. Het pad is ontzettend goed te doen en bestaat voornamelijk uit klei en gaat dwars door de bossen heen. We komen er al snel achter dat rennen net zo belastend is als langzaam lopen en racen weer samen met de Duitsers de berg af. In een record tijd staan we om 10:30 al bij de lunch plek, we wachten nog een uurtje op de rest om afscheid te nemen en gaan er daarna weer snel vandoor. Sean en ik hebben nog een lange tocht terug straks naar Kuta op de scooter. 

Achteraf kan ik deze 3-daagse trekking ook echt wel aanraden (als je in goede conditie bent). We hebben echt prachtige dingen gezien, in het heetst van de strijd heb ik gezegd dat ik de tocht naar de top nooit zou aanraden, maar pijn vergeet je snel weer. Het was gekkenwerk, maar ook heel bijzonder. Ik ben ontzettend blij dat we dit toch gedaan hebben, al is 1x wel echt genoeg ;-)

Foto’s

3 Reacties

  1. Bianca B:
    8 juni 2016
    Nou toch maar mooi gedaan! En denk dat jullie daar achteraf ook zelf blij mee zijn toch?!!
  2. Simone:
    8 juni 2016
    Goed gedaan! Prachtige foto's!!
  3. Madeleine:
    9 juni 2016
    Hahaha je schrijft heel leuk jorie! Zie het helemaal voor me goed gedaan!