Chobe National Park

16 april 2018 - Ihaha Camp, Botswana

Daar gaan we weer, de grens over van Zimbabwe naar Botswana. Dit keer gaat het gelukkig een stuk soepeler en kost het ons maar een klein uur. Bij de ingang van Chobe kopen we al onze permits voor de Nationale parken. De aankomende 4 nachten zullen we daar op campsites overnachten, met verder helemaal niets dan wildernis om ons heen. We hebben er heel veel zin in. Dit gaat een grote game drive worden. Omdat we toch wel eigenwijs blijven slaan we een route in waar eigenlijk verboden toegang op staat. Op de GPS staat het als een gewone weg aangegeven en het is duidelijk de snelste manier om naar de camping te komen. Voor Sean reden genoeg om de regels niet helemaal te volgen. De zandweg erheen is prima te doen, we kunnen maar liefst 40 km per uur rijden en dat is deze wegen vrij vlot. Aangekomen bij de camping hebben we de aller mooist plek gekregen. De camping medewerker waar wij ons bij inchecken waarschuwt voor de wilde dieren hier. Overdag kunnen wij voorzichtig over het campingterrein lopen, maar alleen op het camping terrein. Vanaf de zonsondergang is het niet mogelijk de camping plaats te verlaten en ’s nachts is het ook beter om niet uit de tent te komen. Prima waarschuwingen. Daarna wijst hij ons de weg naar onze campsite. Het is hier prachtig. Uitzicht over het water en heel veel ruimte. We maken eerst een heerlijke lunch en zetten een paar sterke bakken koffie. Dat slapen in een tent begint toch wel een beetje zijn tol te eisen. We zitten nog geen kwartier of er komt al een kudde giraffen langs gelopen. Zo dichtbij en heel nieuwsgierig, maar ze blijven op afstand. Ze lopen rustig van boom naar boom en snacken alle lekkere blaadjes eraf. Met een schuine bek kauwen ze rustig en wandelen dan weer door naar de volgende. In de verte horen we ook de Nijlpaarden weer bezig. Na het bezoek van de giraffen springen we de auto in en gaan we de omgeving verkennen. De leeuwen moeten nog in de buurt zijn aangezien ze afgelopen nacht op onze plek verbleven. We rijden een kilometer of 20 langs het water in een slakkengang. Zien weer allerlei dieren, maar het meest bijzondere is toch wel de kudde olifanten. Het zijn er ongeveer 40 bij elkaar en lopen langs het water. We rijden heel rustig met ze mee en houden goed in de gaten of zij ons als een bedreiging zien. De wachters lopen weer netjes achter de kudde aan en de jonkies veilig in het midden met hun moeders. Niet veel later gaat een groot deel van de groep het water in om te spelen. We zijn ontzettend dichtbij. Het mooiste gezicht is toch wel van de kleintjes, die achter volgels aan rennen en nog enigszins ongecontroleerd met hun slurf spelen en ronddraaien. We blijven maar liefst een uur met de groep, dan wordt het wel weer tijd om verder te gaan. Onderweg zien we vosjes, impala’s, springbokken, wildezwijnen en weer een overvloed aan vogels. De Nijlpaarden horen we goed, maar kunnen we niet zien. Na een paar uur keren we weer om, de leeuwen komen we niet tegen. Bij aankomst op de camping kopen we snel wat hout, een kampvuur vannacht lijkt ons wel zo veilig. Met een prachtige zonsondergang eten we onze overheerlijke linzensalade op en schuiven we daarna aan bij ons kampvuur. De dieren horen we overal om ons heen, maar op veilige afstand. Hier durven we nog wel even te blijven zitten. 

We hebben de wekker vroeg gezet, maar met de leeuwen die hier gisteren hebben gelegen in ons achterhoofd besluiten toch nog maar even in de tent te blijven liggen tot de schemering inzet. Ik steek mijn hoofd naar buiten, kijk rond en klim dan vlot naar beneden. Ik zie meteen dat we een slipper van Sean missen. Die stond gisteren toch echt onderaan de trap. Gelukkig vinden we deze niet veel later aan de andere kant van ons kamp. Het blijkt dat de hyena’s spullen vaak een aantal meter meeslepen om daar de buit te onderzoeken. Zijn slipper was niet interessant genoeg om verder mee te nemen. Na een heerlijk ontbijt gaan we snel op pad, richting Savuti. Nog dieper het National Park in. We waren gisteren vergeten te tanken, maar zien op de kaart dat er nog een klein dorp met tankstation op de route ligt. Het tankstation is gemakkelijk te vinden, het winkeltje in het dorp een hele opgave, we rijden er 3x langs voor we hulp krijgen van iemand op straat. Nog snel slaan we wat bier en tomaten in (veel tomaten overleven de tocht niet en rotten in een dag onder je neus weg). Voor we het Savuti gedeelte inrijden wordt ons de weg naar het park gevraagd door een man uit Windhoek. Hij komt een kapotte auto van klanten omwisselen. We geven hem de uitleg en verzekeren hem dat we snel achter hem aankomen, als er onderweg iets misgaat dat kunnen we elkaar helpen. Bij de gate van het park besluiten wij voorop te gaan en hij achter ons aan. De weg ernaar toe is pittig, maar dit wisten we van te voren. Veel gaten en waterplassen op de weg en dit moet nog het goede stuk van de route zijn. We rijden heel geconcentreerd en langzaam door. Samen komen we veilig bij de camping aan en zegt de man enthousiast ‘wow those lions’, we hebben er maar liefst 4 gemist aan de zijkant van de weg. Te druk bezig met de weg. Bij aankomst blijkt deze man al vanaf gistermiddag 4 uur aan het rijden te zijn. Hij heeft helemaal niets bij zich. Geen eten, geen water, niets. Wij nodigen hem uit voor een kop koffie en bieden hem wat te eten aan. Hij maakt hier gretig gebruik van maar drinkt de koffie niet op. In de tussentijd hebben we het over onze auto’s en kijkt hij bij ons onder de motorkap. De accu blijkt los te zitten en het had niet veel gescheeld of de hele motorkap had in de fik gestaan. We zijn deze man heel dankbaar! We binden de accu goed vast met een spanband, dit moet het gemakkelijk houden tot het einde van de reis. In de middag maken we samen nog een rondje. Geen dier gezien vandaag en dan begint het ook nog te regenen. De tent blijkt de regen toch redelijk te houden, maar de binnenkant van de auto is zo lek als het maar kan. We zetten er wat pannen onder en gaan dan koken. Ik haal water vanuit de pomp waarvoor ik met mijn hand in een gat moet. De man schrikt, schreeuwt en zeg dat ik nooit meer zonder kijken mijn hand in een gat mag steken. Dit is de plaats waar slangen graag zitten. Ik beloof het nooit meer te doen. Onder het genot van een biertje spreken we met zijn klanten, toevallig onze buren, af morgen samen te vertrekken naar Khwai River camp. We moeten dezelfde kant op en het is veiliger samen te gaan. Ook reist er een Italiaans stel mee dat al een jaar in Ghana woont voor werk. De Duitsters hebben een prachtige snorkel op de auto en kunnen door dieper water, de Italianen hebben ervaring met rijden op zulke wegen. Een perfecte combinatie voor ons. 

Als met de schemering de leeuwen beginnen te ontwaken en brullen weet de chauffeur uit Windhoek niet hoe snel hij zijn auto in moet kruipen. Hij vindt ons allemaal knettergek dat we hier overnachten en nog buiten zijn. De leeuwen zijn redelijk dichtbij. Hij springt zijn auto in en wij doen een poging vuur te maken. Het hout is echter te nat geworden, met wat lichten zitten we nog even bij de tent voor we ook ons bed in kruipen. 

Met drie auto’s op een rij gaan we vandaag van start. Wij rijden veilig achteraan en kunnen goed zien hoe iedereen voor ons door het water heen gaat. Na nog geen half uur gereden te hebben komen we een grote kudde buffels tegen. Zij steken precies de weg over. Buffels zijn onvoorspelbaar en gevaarlijker dan ik had verwacht. De meeste lopen rustig door, maar er zit er soms 1 tussen die een slechte bui heeft en je aanvalt. Die hoorns kunnen veel schade aanrichten. We staan rustig te wachten tot de Italianen voor ons druk beginnen te gebaren dat we achteruit moeten. Onze koppeling wil niet in achteruit en het zweet breekt ons uit. Ze gebaren nog heftiger en dan lukt het toch om de auto achteruit te krijgen. Een paar buffels voor weken van hun route af en kwamen recht op ons af. Gelukkig liep het af met een sisser. Na ongeveer een half uur zijn ze allemaal voorbij en kunnen wij weer verder. Bij de volgende gate (overal in en uitschrijven) krijgen we van een aantal andere toeristen te horen dat er een grote groep wilde honden langs de kant van de weg ligt. Met een goede beschrijving gaan we op pad. We zoeken en zoeken, maar kunnen ze toch echt niet vinden. Met een flinke omweg rijden we dan door naar de volgende camping. De natuur begint hier steeds mooier te worden en we zien veel meer wild dan bij Savuti. Het landschap wisselt zich hier af met water en lage begroeiing. Onderweg zien we ook direct dat de olifanten hier de grootste zijn die we ooit hebben gezien en dan bedoel ik echt MEGA groot. Ik ben heel erg onder de indruk. Bij een klein dorp stoppen we onderweg bij een paar huisjes om te kijken of zij aanmaakblokjes hebben. Hier is de winkel goed te herkennen. In een vrolijke kleur geschilderd, met heel groot ‘shop’ op de zijkant geschreven. Niet veel verder staat een iets groter gebouw (5 meter) met ‘shopping centre’. Verschil moet duidelijk zijn.

Onze derde camping is een grote modderpoel en de wegen naar de plekken nog slechter dan onderweg (dat dit überhaupt kan verbaasd mij). Bij binnenkomst worden we gewaarschuwd voor zo ongeveer ieder roofdier dat er maar bestaat. Dit is het gebied waar de meeste roofdieren zitten. In de avonduren mag je nergens meer heen en ze adviseren vroeg te gaan slapen. Het wordt steeds spannender. Voor het schemer wordt maken we nog een mooi en spannend rondje in de omgeving. Stappen ergens nog heel onverantwoord uit om een tak van de weg te slepen en zijn dan weer terug op de camping voor een onderonsje met de Duitsers. Samen schuilen we voor de regen onder een grote boom met een lekker drankje. Als ik later droog hout naar de Duitsers breng, maak ik nog een korte stop bij de Italianen. Zij waren net opgeschrikt door een olifant bij de auto. Die heeft een ere ronde over de camping gemaakt en verdween toe weer. Enthousiast vertel ik Sean het verhaal. Wat vroeger dan normaal maken we vandaag alvast het kampvuur aan. Ik kook een heerlijke pasta en Sean is de man van het vuur. De vuurplek hebben we dit keer net iets verder van de tent gezet in verband met de rook die soms alle kanten op gaat. Zelf zitten we strategisch met onze ruggen tegen de auto aan en de tafel voor ons. Als we net ons eten op hebben en het helemaal pikkedonker is, zie ik door mijn hoofdlamp ineens twee grote ogen oplichten achter het kampvuur. Ik waarschuw Sean die snel met de grote zaklamp die kant op schijnt. Een hyena op nog geen 8 meter afstand! We proberen rustig op te staan en lopen dan vlot naar ieder een kant van de deur. Zo kunnen we snel de auto inspringen als hij toch iets doet. De hyena loopt rustig een rondje om ons vuur. Lijkt niet bang van ons en al helemaal niet van het vuur! Toch blijft hij ook wel weer op veilige afstand van ons en twijfelt hoe ver hij kan komen. Na een minuut of 2 verdwijnt hij weer de bosjes in. Niet veel later hoor ik dat hij bij de buren is. We communiceren met elkaar dat het er maar 1 is. Geen groep. De rust keert daarna weer terug.

De volgende ochtend rijden we weer verder met onze Duitse en Italiaanse vrienden. Bij de washokken vertellen we allemaal enthousiast onze verhalen. De Italianen hadden de olifant, de Duitsers ’s nachts een paar leeuwen onder de tent en wij onze hyena die wederom een slipper van Sean gestolen heeft. Na de updates gaan we op weg naar Third Brigde camp. Om en om rijden we voorop, wij vooral in de droge gedeeltes. De wegen hier zijn niet veel beter, maar ze hebben op sommige stukken een brug opgezet met boomstammen. Je kan hier met 5 kilometer per uur overheen rijden. De Italianen gaan voorop. De hele brug kraakt en beweegt. Wat een prachtig avontuur. Heel spannend om hier overheen te gaan. We redden het alle 3 en komen tijdens de rit nog 2 andere bruggen tegen, ze houden het allemaal. 

Onderweg hebben we van andere mensen gehoord dat er in de buurt van het kamp al 3 dagen een luipaard in dezelfde boom zit. Hij is bezig zijn impala helemaal op te eten. We hebben een hele goede kans dat deze er nu nog zit. We hebben er al flink wat uren in de auto opzitten, maar besluiten na een korte lunch toch snel nog te gaan kijken. Vol goede moed rijden we die kant op,  echter na 50 meter komen we het eerste obstakel al tegen. Heel veel water, met aan het einde pas een brug (het was handig geweest als die brug was doorgetrokken over het gehele water). Matteo loopt het water in om te kijken hoe diep het is. Het komt tot net onder de billen. De verhuurmaatschappij had gezegd dat het water niet tot over de knieën mocht komen. Er komt een land rover onze kant op. Zonder snorkel, maar hij redt het door het water heen. Het water komt wel echt tot aan de motorkap. Twijfel slaat toe. Wat doen we? Nemen we het risico zover van de bewoonde wereld hier? Als de auto stuk gaat zijn de kosten van ons en missen we waarschijnlijk ook onze vlucht. De vrouwen willen het risico niet nemen. De mannen twijfelen nog, maar vinden het ook riskant. Voor de Duitsers is het geen probleem omdat ze een snorkel hebben. Na lang beraad gaan de Duitsers wel en blijven wij achter met de Italianen. We staan ze aan de kant van het water aan te moedigen als ze er doorheen gaan. Wat ons dan ook opvalt is dat het water minder hoog lijkt te komen. De mannen raken weer overmoedig en besluiten er voor te gaan. Omdat de italianen een dubbele cabine hebben stappen we bij hen in en spreken af de kosten te delen als er iets gebeurd. Daar gaan we dus. Je moet heel langzaam rijden, maar het belangrijkste is dat de auto niet afslaat. Ik krijg bijna geen lucht als we het diepe water in rijden, zo spannend. Iedereen is onrustig in de auto en dan zijn we ineens bij de overkant. We juichen, slaan elkaar op de rug en gaan heel vrolijk en enthousiast door. We rijden hier wat harder totdat we de Duitsers hebben ingehaald. Met groot gejuich worden we ontvangen en gaan we weer samen op pad. Opzoek naar onze luipaard. De tocht hierheen is ook weer prachtig, maar we hebben een doel. Met de beschrijvingen en een kaart rijden we rondjes in het gebied. Dan zien we eindelijk waar we wezen moeten. Met onze auto’s gaan we dichter naar de bomen toe. We zien al sporen van andere wagens. Het is goed speuren, want luipaarden zijn heel moeilijk te zien. In de boom zien we een prachtige uil, maar verder niets. De volgende boom rijden we omheen en we willen al bijna omdraaien als Sean een been ziet bungelen van een impala. Daarna zien we er nog 3. Dit is het enige wat er nog over is van de Impala, hij heeft alles opgegeten behalve de poten en is er alweer vandoor. Geen luipaard, wel een prachtige tocht. Het begint al wat later te worden en we rijden terug naar de camping. Weer het water door, maar het gaat net aan goed. 

Op de camping komen we net op tijd aan voor de boottocht die we geboekt hadden. Deze start om 5 uur. We redden het nog net om snel te douchen, biertjes te pakken en vertrekken dan alweer. Tijdens de boottocht zien we wat kleine krokodillen en vooral veel vogels. Deze tocht stelt niet zo heel veel voor in vergelijking met Mavunje, maar het is gezellig en de boot is mega snel. Hier en daar is er een mooi uitzichtpunt. Na een uur hebben we het wel weer gezien en worden we afgezet aan de zijkant van de camping. De medewerkers van de campsite zijn met z’n allen aan het volleyballen. Hier willen we natuurlijk aan meedoen. We hebben nog precies een half uur voor het donker wordt en doen mee met een gezellig pot. Als het afgelopen is gaan de medewerkers snel terug naar hun huisjes en lopen wij in een groep van 6 terug naar de camping. Om ons heen horen we al veel geluiden van Nijlpaarden. We hebben het erover dat dit misschien niet ons meest slimme plan was, maar het was het toch ook wel weer waard. Iedereen komt veilig aan om de eigen camping plaats en we beginnen meteen met een vuur aansteken. Hopelijk zijn Nijlpaarden banger voor vuur dan hyena’s. 

Foto’s

2 Reacties

  1. Mient en Joss:
    16 april 2018
    Ha....net als je denkt dat dit het laatste verhaal is......komt er nog zo'n mooie....er is toch 'n schrijver aan je verloren gegaan hoor....
    Ik zou zeggen...bundelen en uitgeven... ✏📝
  2. Mariska:
    17 april 2018
    Prachtige reis avonturiers!!